Orbs

Als ik de Elohim,  Asura’s en Pitri’s vraag om als ORBS wat kunstjes op mijn foto’s te laten zien ben ik natuurlijk stiekem ook wel weer blij als ze mijn aanwijzingen opvolgen en er weer leuk opstaan.  Vaak hebben ze echter hun ‘eigen wil’ en doen ze het niet.  Aanwezig zijn ze toch;  ze kunnen eigenlijk ook niet anders.

Normale beschermengelen bevinden zich dichter bij het lichaam en worden wel zichtbaar als ik op bezoek ben bij anderen.  Gelukkig haalt de flitser van de Olympus VG-170 tot nog toe wel die 15 meter en meer om orbs op grotere afstanden zichtbaar te maken zoals dat het geval is als ze gedeeltelijk achter een gebouw of ander object tevoorschijn komen.

 

Een goede collega/vriendin/helderziende/genezer/kaartlegster; Ria Ramakers uit Roermond, welke bij heel veel kennissen van mij de kaart kon leggen zonder naar de kaarten te kijken (zij ‘verschool’ zich achter de kaarten). En gaf mij op mijn 23ste levensjaar te kennen dat ik ‘gesluierd’ ben waardoor zij niets bij mij kon zien.  Wel kon zij mij vertellen dat ik een ongekend gigantisch leger aan goden om mij heen droeg. Dat was voor de tijd van de digitale fotografie.

  

Orbs zijn scheppers. Goden worden in het geloof engelen genoemd.  (Elohim, Dhyan-Cohans, Sura’s & Asura’s)… Deze scheppers zijn nooit als mens geboren. Waarom zouden ze ook; als volmaakte zielen zijn zij al rond… Door zich boven ‘de wateren’  of chaos te bewegen konden zij hun eigen schaduw ofwel de mens voortbrengen (scheppen naar gelijkenis)…  De wateren hebben in dit verband niets te maken met het materiële water zoals de mens dat in de tijd kent… Het is van vóór de tijd van de schepping. De meeste mensen hebben er tussen de 3, 9 of meer; afhankelijk of je geboorte in de hemel is voorbereid.

Deze blijven in principe altijd bij je. Dus ook wanneer je ‘dood’ gaat en weer herboren wordt. Aangezien de aarde niet meer goed is en de verlosser iets vroeger dan verwacht op aarde is, zal het universum inclusief deze planeet binnenkort niet meer bestaan. Slechte zielen zoals Jezuïeten en hun helpers kunnen wegens de wet van karma niet naar de hemel en worden opgelost zodra ‘de melkoceaan’ niet meer karnt.  (De baarmoeder van alles wat leeft in materie; verdwijnt.) Hun goden zullen zich achter die van mij aansluiten. Alleen de zielen met oprecht zuiver karma kunnen mee.